Welkom bezoeker. [
Inloggen
] [ Tekstgrootte
A
A
A
| Weergave:
Presentatie
/
Normaal
]
[
Portaal
] [
Sitemap
] [
Zoeken
]
AHMAS
>
ahmas
>
c. denkhulp
>
pagina's
>
a. vindkunde
>
3.1 levensfasen
Content
C. Denkhulp
A. Vindkunde
Inleiding vindkunde
1. Kennisdomein
1.1 Waarheidsvragen
1.1.1 Causaliteit
1.1.2 Theorie-data cyclus
1.1.3 Waarheidscriteria
1.1.3.1 Correspondentiecrit.
1.1.3.2 Relevantiecriterium
1.1.3.3 Coherentiecriterium
1.1.3.4 Werkzaamheidscrit.
1.1.4 Waarschijnlijkheid
1.2 Waarderingsvragen
1.2.1 Waarde-oordelen
1.2.1.1. Kernwaarden
1.2.1.2 Cultuurvragen
1.2.2 Hermeneutische C.
1.2.3 Rechtvaardigingscrit.
1.2.4 Plichtsoordelen
1.2.4.1 Geboden
1.3 Ethische vragen
1.3.1 Ethische w.oordelen
1.3.1.1 Deugdzaamheid
1.3.2 Moreel beraad
1.3.3 Ethische criteria
1.3.4 Ethische richtlijnen
1.4 Esthetische vragen
1.4.1 Esthetische w.oordelen
1.4.2 Beschouwing
1.4.3 Esthetische criteria
1.4.4 Trends & Modes
1.5 Vitaliteitsvragen
1.5.1 Intuitie
1.5.2 Eenheid P, P & R
1.5.3 Vitaliteitscriteria
1.5.4 Bewustzijn
1.6 Praktijkvragen
1.6.1 Waarden & Waarh.
1.6.2 PDCA-cyclus
1.6.3 Bedrijfsvoeringcriteria
1.6.4 Wat werkt
1.7 Complexe vragen
1.7.1 Non-lineaire C.
1.7.2 Syst.werkwijze
1.7.3 Voortgangscriteria
1.7.3.1 Inzicht
1.7.3.2 Synergie
1.7.3.3 Consensus
1.7.4 Bijdragen
2. Ordenen
2.1 Begrippen
2.1.1 Begripsvorming
2.1.1.1 Wetensch.object
2.1.1.1.1 Waarom-vraag
2.1.1.1.2 Hoe-vraag
2.1.1.1.3 Ontw.vraag
2.1.1.1.4 Historievraag
2.1.1.1.5 Reguleringsvraag
2.1.1.1.6 Fitnessvraag
2.1.1.2 Denkend subject
2.1.1.2.1 Adaptief denken
2.1.1.2.2 Constr.denken
2.1.2 Kwaliteiten
2.1.2.1 Functionaliteit
2.1.2.2 Doelmatigheid
2.1.2.3 Vitaliteit
2.1.2.4 Contextualiteit
2.1.2.5 Moraliteit
2.1.2.6 Ethiek
2.1.2.7 Esthetiek
2.1.2.8 Multi-perspect.
2.1.3 Kwantiteiten
2.1.4 Belangen
2.1.4.1 Levensdomeinen
2.1.4.2 Betekenis
2.1.4.3 Kennisgebied
2.1.4.3.1 Vakkennis
2.1.5 Kaders
2.1.5.1 Functioneel kader
2.1.5.2 Sociaal kader
2.1.5.3 Politiek kader
2.1.5.4 Symbolisch kader
2.1.5.4.1 Betekenisverlening
2.1.5.4.2 Tekens&Symbolen
2.1.5.5 Organisch kader
2.1.5.6 Pragmatisch kader
2.1.5.7 Krachtenveld
2.1.5.8 Cont.adaptief kader
2.1.6 Posities
2.1.7 Kennisdragers
2.1.7.1 Kenniscontainers
2.1.8 Voorwaarden
2.2 Modellen
2.3 Theorieen
2.4 Paradigma's
2.4.1 Soc.constructivisme
2.4.2 Kritisch realisme
2.4.2.1 Causaliteit
2.4.2.2 Gelaagde W.
2.4.2.3 Niet-feitelijk niveau
2.4.3 Fenomenologie
2.4.4 Reductionisme
2.4.5 Holisme
2.4.6 Pragmatisme
2.4.6.1 Verheldering
2.4.6.2 Modules
2.4.6.3 Functionalistisch
2.4.6.3.1 Architectuur
2.4.6.3.2 Managementvisie
2.4.6.4 Bijdrage samenl.
2.4.6.5 Pragm.pragmatisme
2.5 Wereldorientaties
2.5.1 Ordening (w.o.)
2.5.1.1 Waarom? (orde)
2.5.1.2 Hoe? (orde)
2.5.1.2.1 Wereldmodel 1
2.5.1.2.2 Modernisme
2.5.1.2.3 Wetensch.indeling
2.5.1.3 Wat? (orde)
2.5.1.3.1 Mensbeeld
2.5.1.3.1.1 Menswetensch.
2.5.1.3.1.1.1 Zijnsgericht P.
2.5.1.3.1.1.2 Antrop.P.
2.5.1.3.1.2 Evolutieleer
2.5.1.3.1.3 Conflictmodel
2.5.1.3.1.4 Behaviorisme
2.5.1.3.1.5 Humanisme
2.5.1.3.1.6 Cognitivisme
2.5.1.3.1.7 Levensbesch.
2.5.1.3.1.8 Vitalisme
2.5.1.3.1.9 Pragmatisme
2.5.1.3.2 Cultuurvisie
2.5.1.3.2.1 Cultuur
2.5.1.3.2.1.1 Soorten
2.5.1.3.2.1.1.1 Modernistisch
2.5.1.3.2.1.1.2 Postmodern
2.5.1.3.2.1.1.3 Definities
2.5.1.3.2.1.2 Verborgen D.
2.5.1.3.2.1.3 Cult.dimensies
2.5.1.3.2.1.4 Socialisatie
2.5.1.3.2.1.5 Com.context
2.5.1.3.2.1.5.1 Hoog-laag
2.5.1.3.2.1.5.2 Tijdsbeleving
2.5.1.3.2.1.5.3 Pers.ruimte
2.5.1.3.2.1.5.4 Boodschap
2.5.1.3.2.1.5.5 Info-stromen
2.5.1.3.2.1.5.6 Actieketen
2.5.1.3.2.1.6 Artefact
2.5.1.3.2.1.7 Vijf i's
2.5.2 Chaos (w.o.)
2.5.2.1 Waarom? (chaos)
2.5.2.1.1 Fund.onvoorsp.
2.5.2.2 Hoe? (chaos)
2.5.2.2.1 Wereldmodel 2
2.5.2.2.2 Postmodernisme
2.5.2.2.2.1 Sociaal construct
2.5.2.2.2.2 Verbinden
2.5.2.2.2.3 Niets vanzelfspr.
2.5.2.2.2.4 Impliciete kennis
2.5.2.2.2.5 Deconstrueren
2.5.2.2.3 Van Dinten
2.5.2.3 Wat? (chaos)
2.5.2.3.1 Onderstroom
2.5.2.3.2 Metaforen
2.5.3 Orde-chaos transitie
3. Levensloop
3.1 Levensfasen
3.2 Cogn.emo.ontwikkeling
3.3 Persoonlijke waarden
3.4 Persoonlijkheidsleer
3.5 Ken uzelf
3.5 Morele ontwikkeling
3.5 Psychosociaal
3.5.1 Combineren
4. Historie
4.1 Grondslagen
4.1.01 Inleiding
4.1.02 Epistemologie
4.1.03 Actie
4.1.04 Kenapparaat
4.1.05 Cognitieve nis
4.1.06 Darwin-machines
4.1.07 Memen
4.1.08 Variatie
4.1.09 Selectie
4.1.10 Replicatie
4.1.11 Emergentie
4.1.12 Conclusies
4.2 Grondleggers
4.3 Pioniers
4.3.1 Ackoff
4.3.1.01 Markgerichtheid
4.3.1.02 Leiderschap
4.3.1.03 Systeem
4.3.1.04 Hersenmodel
4.3.1.05 Leren
4.3.1.06 Onderzoek en innovatie
4.3.1.07 Onderwijs
4.3.1.08 Democratie
4.3.1.09 Comp.problemen
4.3.1.10 Probleem oplossen/besluiten
4.3.1.11 Probleem
4.3.1.12 Beat the system
4.3.1.13 Multidisciplinariteit
4.3.1.14 Drie vormen PO
4.3.1.15 Coping
4.3.1.16 Ideale stijl
4.3.1.17 Investeren
4.3.1.18 Struct.verbetering
4.3.1.19 Kwaliteitszorg
4.3.1.20 Businessmodel
4.3.1.21 Methodiek
4.3.1.22 Structural mapping
4.3.1.23 Restjes
4.3.2 Argyris
4.3.2.1 Creatieve mindset
4.3.2.1.1 Handelingstheorie (Arg.)
4.3.2.1.2 Meerslagleren
4.3.2.2 HRD
4.4 Tijdsbeelden
5. Contrasten
5.1 Anders denken
5.2 Economie
5.2.1 Goederen-Diensten
5.2.2 Diensten-dominantie
5.2.3 Service
5.2.4 Werking
5.2.5 Experience
5.2.6 Kenniseconomie
6. Bronnen
7. Kennisdragers
7. Metacomp.gedachte
8. Pragm.verhelderen
8.1 Belangen
8.2 Context
8.3 Cultuur
8.4 Kaders
8.5 Positie
8.6 Succescriteria
8.7 Wederkerigheid
8.8 Interactiviteit
8.9 Randvoorwaarden
B. Methode
C. Kennismanager
D. Ervaringsdesk.
E. Studiemodules
3.1 Levensfasen
De bekendste indeling van de levensloop is die naar (globale) leeftijdsfase.
Meer weten? Zie
Levensloop