4.1.09 Selectie
Ook van selectie kan men zeggen dat dit proces in biologische zin blind en doelloos is, terwijl de selectie van theorieën intentioneel en doelgericht lijkt. Of dat laatste echt het geval is, is de vraag want dat veronderstelt dat ‘iets of iemand’ bewust het ene kiest en het andere verwerpt. Er is echter geen iets of iemand die men kan aanmerken als ‘de wetenschappelijke beslisser’. Ook wetenschappelijke vooruitgang, en daaraan voorafgaand keuzes om iets wel of niet toe te laten, wordt pas achteraf uitgeroepen. Deze ogenschijnlijke progressie is dus in werkelijkheid een zaak van achteraf optredende correctiemechanismen. Ook hier is het vooral retrospectieve vertekening die de ordening , op grond van het emergerende resultaat waarbij men bovendien aan het chaotische ordeningsproces een soort van zin toeschrijft, aanbrengt. Net als in de biologie bestaat verreweg het meeste wetenschappelijke werk prospectief gezien uit falen en dwalen en zou men dit dus blind kunnen noemen. Het feit dat er niet zoiets bestaat als een algemeen aanvaard en universeel doel van wetenschap maakt het immers onmogelijk om selectief te selecteren.