4.1.10 Replicatie
Van de trias lijkt wetenschappelijke replicatie het minst een zaak van blind toeval. Wederom ‘lijkt’ want wetenschappers kiezen immers hun theoretische uitgangspunten, hun manier van data verzamelen etc. en bepalen daarmee welke theorieën zich mogen ‘voortplanten’. Helaas, ook hier is de wens vooral de vader van de gedachte. In werkelijkheid blijkt sprake te zijn van een turbulente vorm van terugkoppeling. Op de eerste plaats vindt terugkoppeling plaats in termen van het succesvol verklaren van de huidige situatie. Dit mechanisme doet de ‘beste’ theorieën bovendrijven en repliceren binnen bestaande en dus niet binnen de kaders van morgen. Op de tweede plaats vindt feedback plaats doordat onderzoekers niet zozeer de beste als wel de meest ‘populaire’ of voor hen handigste theorieën laten overleven en repliceren. Als met al leidt dit tot een achteraf begrijpelijk, maar prospectief onvoorspelbaar proces.