6.12 Uitbreiding Bloom?
Het kunnen bereiken van niveau vijf in het model van Bloom (evaluatie) is al een hele toer; op niveau zes wordt men vervolgens geconfronteerd met een paradoxale eis. Mede hierdoor komen echt wezenlijke doorbraken, paradigmashifts, zo weinig voor. Hoe groter de gedrevenheid, des te groter is immers de frustratie van het ‘net niet’-bereiken. Slechts weinigen zijn zo flexibel van geest als Niels Bohr die in dit kader opmerkte: “How wonderful that we have met with a paradox. Now we have some hope of making progress”. Hier openbaart zich het verschil tussen wat men zou kunnen noemen kenniswerkers en kenniskunstenaars. Waar de kenniswerk zich beperkt tot het op systematische wijze toepassen van kennis, is de kenniskunstenaar in staat om een mentale trapeze-act te volbrengen. Om een grote sprong voorwaarts te kunnen maken, combineert de kenniskunstenaar inzet, vasthoudendheid en controle, met het lef om los te laten en daarmee afstand te doen van de vaak zo moeizaam verkregen oude schoonheid, elegantie en perfectie. Waar kinderen dit proces op individueel microniveau spelenderwijs doorlopen, geldt voor volwassenen op macroniveau dat dit proces veel moeilijker verloopt. Niet alleen verliest het brein aan plasticiteit en zijn de belangen die ermee op het spel staan veel groter, ook de maatschappelijke weerstand tegen een eventuele fundamentele verandering is veel groter. De vraag is dus of vindkunde moet worden uitgebreid tot vindkunst.