1.6.4 Wat werkt

Praktijkvragen zijn opgelost als er sprake is van een 'werkzame' oplossing.

Hoe doe ik dat?  

  1. U beantwoordt vragen als: wat is het, welke factoren beïnvloeden het verloop, welke effecten brengt het teweeg, en wat is de rol ervan in een overkoepelend kader? U zorgt voor de nodig kennis van zaken
  2. U beantwoordt vragen als: welke vaardigheden en technieken heeft u hiervoor nodig, hoe kunt u reflecteren op uw eigen handelen en hoe kunt u de kwaliteit van dat handelen verbeteren? U begrijpt de doelen die u nastreeft en in het verloop daarvan in de praktijk, u zorgt voor praktisch inzicht
  3. U beschikt over een breed arsenaal aan vaardigheden, technieken en hulpmiddelen op het betreffende gebied die u doelgericht, geroutineerd en adequaat kunt inzetten of toepassen. U beschikt over het vermogen om op de juiste manier en op het juiste moment een omschreven handeling uit te voeren die bijdraagt aan het efficiënt bereiken van uw doelen. U bent vakbewaam
  4. U stelt het belang van uw clienten voorop. U houdt zich aan uw professionele normen en standaarden en bent bereid om uw vakbekwaamheid te (blijven) verbeteren. U beschikt over de juiste beroepshouding.

Meer weten? Zie Praktijkvraagstukken