4.3.1.10 Probleem oplossen/besluiten
Mensen kunnen geholpen worden bij het doordenken van hun problemen opdat zij weloverwogen beslissingen nemen en goede keuzes maken. Ackoff introduceert hiertoe een Dialogue Decision Support.
Elke groep heeft de beschikking over een groot aantal bronnen zoals mensen, kapitaal, materiaal, tijd en toerusting. Informatie en kennis zorgen voor macht en maken het mogelijk om een beter leven te krijgen.
Iedere situatie kenmerkt zich aanvankelijk door chaos. Zogenaamde experts hebben hierop geen antwoord. Door meer van het zelfde te doen worden bestaande problemen in stand gehouden en versterkt.
Ackoff maakt in aansluiting bij Drucker onderscheid tussen:
a. de dingen goed doen
b. de goede dingen doen
De dingen goed doen betekent efficiënt werken binnen het bestaande oplossingskader. Gebruik wordt gemaakt van reeds bestaande kennis en inzicht.
De goede dingen doen vereist wijsheid. Bij transformatie worden de doelen zelf veranderd.
Het gaat niet om méér van het zelfde, dat wil zeggen de bestaande zaken goed doen, maar om de goede dingen te doen en de juiste beslissingen te nemen. Transformatie betekent het wijzigen van bestaande denkpatronen en impliceert een paradigma-verandering. De systeemtheorie ondersteunt een paradigmawijziging. Lineair denken maakt plaats voor non-lineair denken.
Probleemoplossend handelen is gebaat bij terugwaarts denken (thinking backward). Eerst wordt het eindpunt bepaald en van daaruit wordt teruggeredeneerd. Via deze regressieve aanpak loopt men tegen knelpunten aan. Terugwaarts denken maakt het mogelijk om te anticiperen op problemen.
Oplossingen van problemen is mogelijk door creatief te denken, door te zoeken naar oplossingen buiten bestaande kaders (out of the box). Dit betekent een herontwerp (‘redesign’).
‘Dissolving’ betekent het zodanig oplossen van problemen, zodat zij radicaal verdwijnen. De nadruk ligt op het doen op-lossen, op radicale eliminering. Oplossen is een werkwoord, een proces.
De open systeembenadering gaat uit van onzekerheden. Een systeem bestaat uit een combinatie van twee of meer elementen. Eén element heeft invloed op het totaal. Het geheel is interdependent en bestaat uit interacties tussen de elementen. Het totaal is anti-reductionistisch, dat wil zeggen bestaat uit meer dan de optelsom der delen.