3.1.2 Kennisconsument

Als kennisconsument of scientist practioner gebruikt men vooral zijn discriminerend vermogen om wetenschappelijk kaf van koren te onderscheiden. Het discriminerende vermogen van informatie houdt in dat men op basis van die informatie zowel voorspellend als retrospectief moet kunnen redeneren. Gegevens die toegevoegde waarde bijdragen aan dit proces van onderscheid duidt men aan met de term 'tests'. 

Hoe doe ik dat? 

  1. U zorgt voor tests die voldoende discrimineren tussen wel/niet symptoom, wel/niet ziekte etc
  2. U kiest tests die diagnostische winst opleveren: gegeven de uitslag X wordt diagnose Y meer/minder waarschijnlijk
  3. U selecteert tests die beleidsconsequenties hebben; bij uitslag A volgt maatregel X, bij uitslag B volgt Y
  4. U beseft dat de opbrengsten moeten opwegen tegen de nadelen; veel diagnostisch onderzoek kent helaas ook een kostenkant in de vorm van belasting, pijn, bijwerkingen etc.

Meer weten? Zie Onderzoek