1.4.3.3 Emerg.uitkomst

Kennis als emergent resultaat van interactie verwijst naar een niet gebruikelijke bron van kennis en aan dit inzicht dient men dan ook (andere) didactische consequenties te verbinden.

Hoe doe ik dat?

  1. U begrijpt dat het verklaren van de ontwikkeling van kennis faalt als men vasthoudt aan een oorzaak-gevolgperspectief
  2. U beseft dat het bij emergentie draait om complexe wisselwerkingen, waarvan het resultaat niet bij voorbaat vaststaat
  3. U realiseert zich dat epistemische positionering van kennis met name plaatsvindt in de gesprekswisselingen, de acties in een gesprek
  4. U realiseert zich dat deze visie in contrast staat met het idee van kennis als een verborgen individuele, interne, mentale actie
  5. U pleit er met Coulter (1983, p. 128) voor om ‘mentale’ eigenschappen van mensen te zien als voortkomend uit de gesitueerde, constitutieve (kwalificerende, conditionerende en funderende) praktijk. Die kennispositionering wordt gekalibreerd in de sociale interactie met anderen (recipient-designed): zij monitoren en toetsen actief en reageren op de ingenomen positie (Mondada, 2019)
  6. U realiseert zich dat deze zienswijze een puur intern gerichte cognitieve leerpsychologie op losse schroeven zet, maar tegelijkertijd ruimte laat voor interne mentale processen. Het betekent wel een reconceptualisering van cognitie als een intern informatieverwerkingsproces naar cognitie als ingebed in, aanwezig in, uitgevoerd in de wereld en belichaamd in de biologie (Embedded in, Extended to, Enacted on to the world en Embodied in biologie
  7. U ziet met Parada en Rossi (2018) deze reconceptualisering als een van de kaders die de ontwikkeling van de psychologische wetenschap nodig heeft om mechanismen te identificeren en te bestuderen die naar buiten gerichte activiteiten initiëren, gefaciliteerd door altijd aanwezige neurologische, naar binnen gerichte activiteiten en dat die mechanismen niet de reductionistische mechanistische als-dan-verklaringen betreft, maar hedendaagse complexe en dynamische leermechanismen, gericht op ontwikkeling en constructie in plaats van ‘leren’ als informatieverwerking
  8. U plaatst de ontwikkeling van bewustzijn, ontwikkeling van identiteit en kennis in een complexe brainbody-in-de-wereld-ecologie, waardoor een hermeneutische benadering die intersubjectieve dialoogcircuits onderzoekt in het onderwijsleerproces beter past dan de klassieke analytische benadering (León, 2001). Men kan daarbij denken aan netwerkanalyses in de combinatie van de genetische, neurale en sociaal-culturele, functionele niveaus om de kloof tussen biologie en de sociale wetenschappen te dichten.

 Meer weten? Zie Hoe? (inter.)